e

“Ik denk dat klassieke muziek voor iederéén verrijkend kan zijn.”
Verslag van het interview met Patrick van der Linden, naar aanleiding van het project dat hij heeft opgezet rondom het afscheidsconcert op 20 januari. Enkele koorleden spraken met hem.

Na 16 jaar neem je afscheid van het koor. Hoe is dat voor jou?
Het geeft me een dubbel gevoel, ik heb het goed naar mijn zin. Maar het is wel goed dat er na lange tijd iemand anders komt. Ik denk dat het koor en ik nog niet op elkaar uitgekeken zijn. Het is enerzijds goed, want ik heb er wel naartoe kunnen leven, anderzijds is het verdrietig om afscheid te nemen van mensen met wie je een band hebt opgebouwd.
In hoeverre heeft Corona een rol gespeeld? Corona heeft geen rol gespeeld, maar het heeft mijn besluit wel vertraagd. Ik zat er sinds 2020 wel over na te denken… en toen kwam corona….

Hoe is dit project tot stand gekomen, wat is de reden voor jou om je afscheid zo vorm te geven?
Klassieke concerten bedienen in veel gevallen dezelfde doelgroep: er komen overwegend welgestelde mensen. Dat is ook zo in Dordrecht, ook bij veel concerten die wij de laatste 16 jaar gaven. Veel mensen worden niet bereikt, zij hebben soms geen financiële mogelijkheden of een andere reden om naar een concert te komen, of ze denken er gewoon niet aan. De drempel is te hoog. De vraag is: hoe kun je hen dan toch bereiken? Muziek is rijk en prachtig. Ik denk dat klassieke muziek voor iederéén verrijkend kan zijn. Daar heb ik over nagedacht: hoe kun je daar iets aan doen? Volgens mij moet je dan muziek bij de mensen zelf brengen. Wellicht dat dan de drempel lager wordt en hopelijk kunnen zij dan vaker komen.

Dan moet je eigenlijk ook de aard van je concerten aanpassen. Moet je die aantrekkelijker maken?
Ik denk dat je de kern van je repertoire moet behouden. Maar je kunt wel af en toe een kleiner concert geven met een gemengd repertoire, zoals MOV eerder bijvoorbeeld Christmas Carols heeft gezongen in het Dordrechts Museum. En zoals we ook gisteren dit project gestart zijn met een repetitie in buurtcentrum De Buitenwacht. We hebben daarvoor ons repertoire aangepast. Natuurlijk blijf je ergens wel bij je roots -want de arrangementen die we hebben gekozen hebben een klassiek sausje- maar tegelijkertijd is het wel toegankelijker geworden.

Wat opvalt in dit project is dat je sterke betrokkenheid voelt met de samenleving en dat je verbinding zoekt.
Ja, verbinding tussen mensen, daar kan muziek bij uitstek voor zorgen. Verbinding hebben we hard nodig als samenleving. Misschien altijd wel maar ook vooral nu, in deze post-coronatijd. Zoals we gisteren ook gemerkt hebben, verschillen vallen weg. Daar zoek ik steeds naar.
Komt dat voort uit je muzikaliteit of ook je mens zijn, je visie? Ik ben betrokken op de medemens en daar kan ik mijn muzikaliteit bij inzetten. Als je terugkijkt op de afgelopen 16 jaar, wat was een bijzonder moment. Wat springt eruit?
Dat zijn een aantal dingen. Bijvoorbeeld Petite messe solennelle van Rossini, het was fantastisch, we stonden allemaal door elkaar heen. Maar ook het concert met muziek van Britten en Duruflé. Één deel was een spreekkoor en dat deden we erg goed. Het uitvoeringsniveau was hoog. Dat vind ik heel belangrijk, het moet zo goed mogelijk. Het jubileumconcert staat me ook bij, dat je het 100-jarige MOV viert maar dan later dan gepland vanwege corona. We hadden het ook echt nodig in die periode.
Een grappige anekdote betreft mijn eerste Matthäus Passion bij MOV. Het was ook de eerste Matthäus die ik dirigeerde dus dat was bijzonder voor me. Maar ik herinner me nog dat ik dacht: allemachtig, wat is dit stuk lang! Dat kwam omdat ik nieuwe zwarte schoenen had gekocht en die zaten krap. Die tweede helft duurde heel lang… Dat vergeet je niet meer!”