e

Interview met Gilles Michels

Gilles, je hebt een uitgebreide staat van dienst als dirigent van diverse koren en orkesten. Ben je ook opgegroeid met muziek?

Ja ik ben zeker opgegroeid met muziek. Er was thuis veel muziek. Ikzelf begon met blokfluitles en had later een paar jaar vioolles. Ook in de familie waren diverse musici. Ik ging als kind naar gezinsweken van de Vereniging van Huismuziek. Daar werd gemusiceerd, gezongen en gedanst. Daar ben ik geïnspireerd geraakt om in ieder geval iets met muziek te gaan doen. In mijn puberteit speelde ik in bandjes, leerde mijzelf gitaar spelen en hield mij bezig met folkloristische muziek. Zo rond mijn 21e ging ik schoolmuziek studeren.

Opvallend is dat je je dirigentschap begon bij kinderkoren, jongerenkoren en studentenkoren. Was dat een bewuste keuze of is dat min of meer vanzelf gegaan?

Het ligt mij. Toen ik voor het eerst een studentenvereniging zag met koor en orkest leek me dat het allerleukste om te doen. Ik heb daar toen bewust op ingezet. Het zijn jonge mensen, ze zijn slim en de stemmen zijn nog plooibaar, je kunt er veel mee bereiken, was mijn idee. Bovendien is een vereniging ook levendig. Met kinderen werken is ook leuk, zeker voor mij als schoolmusicus. Met studenten kon ik grote werken gaan uitvoeren. En met het kinderkoor werkte ik op hoog niveau.

Je hebt dus veel met jongeren gewerkt. Op dit moment heb je ook diverse koren. En dan komt MOV daarbij. Hoe combineer je dat?

Het lijkt veel, maar ik wil gewoon het allerliefst muziek maken. En ik had nog vrije avonden. Voor het Zangtheater bijvoorbeeld werken we een jaar aan één productie. Dat is anders dan in een jaar een paar concerten voorbereiden en uitvoeren.
MOV was interessant voor mij omdat ik grote werken kan gaan doen, zoals we in het najaar het Dona Nobis Pacem van Vaughan Williams en het Requiem van Saint Saëns gaan uitvoeren. Ik heb het met de studenten in het verleden ook gedaan. Bovendien is MOV een prima club, ik wil er graag aan bijdragen. Het is ook het repertoire wat me trok.

En hoe gaat dat bij MOV? Je straalt uit dat je er plezier in hebt. Krijg je dat ook terug van het koor?

Ja ik ervaar veel enthousiasme. Als we met Elgar bezig zijn (The Bavarian Highlands) dan zie ik wel: het koor heeft er lol in. We doen ook moeilijke dingen (Vaughan Williams – Dona nobis Pacem) en het is best spannend hoe dat uitpakt. Maar we komen steeds een stukje verder en ik probeer natuurlijk het koor ervan te overtuigen dat het mogelijk moet zijn. Ik wil dat ook goed plannen en didactisch vormgeven.

Om ook even terug te kijken: we hebben afscheid genomen van Patrick van der Linden middels een project waarbij hij mensen wilde bereiken die niet of bijna niet met klassieke muziek in aanraking komen. Er gingen stemmen op dat we dat toch moesten voortzetten. Hoe sta jij daar tegenover?

Het is zeker slim om je daar mee bezig te houden. Er is in de klassieke muziekwereld veel gaande. Er zijn inderdaad toch nog relatief weinig mensen die naar klassieke muziek toe gaan. Je kunt als koor kijken hoe deze muziek meer algemeen cultuurgoed kan worden. Maar je moet je wel doelen stellen die reëel zijn.

Heb je ook een plan, een streven?

Ik wilde graag zoals gezegd grote werken gaan doen. We zullen kijken hoe we dat gaan vormgeven. We gaan met elkaar iets opbouwen. We hebben goede stemmen, dat viel me ook op bij de Paulus (het oratorium van Mendelssohn dat het koor bij het afscheid van Patrick uitvoerde): dat klonk harstikke fijn!